Leven als een boomdier

Soms zijn er momenten dat je met je hoofd in de wolken zit. Vaak zijn er momenten dat je met je voeten in de modder staat. En meestal leef je in zo’n rush dat je niet eens de tijd hebt een van beide momenten werkelijk te ervaren. Tenzij de modder onontkoombaar is. Tenzij de wolken overweldigend zijn.

Leven en geloven gaan vaak over een van beide. Of de hemel. Of de aarde. Om verschillende redenen: 1. De hemel lijkt zo mooi, dus vergeten we de aarde. 2. De aarde is zo geweldig, dus vergeten we de hemel. 3. De hemel lijkt zo saai, dus zetten we alle kaarten op de aarde. 4. De aarde is zo hard, dus vluchten we naar de hemel.Ik ga liever voor allebei, in de verwachting dat er eens een moment gaat komen dat er tussen beide polen geen spanning meer bestaat. Dat hemel en aarde samenvallen. Of perfect met elkaar verbonden zijn. Of weet ik veel hoe je dat zou moeten beschrijven. Tot die tijd is het een levenskunst het in die spanning uit te houden. En al een glimp van die nieuwe situatie in mijn leven te laten zien. In ieder geval niet te blijven zitten, maar in beweging te komen, dan weer dichter bij de hemel, dan weer dichter bij de grond. Als de boomdieren in het gedicht van K. Schippers.

In de bomen, is de grond verder dan op de grond. Is de hemel dichterbij weten de dieren. Misschien springen zij daarom van boom tot boom, van tak tot tak, dan weer dichter bij de hemel, dan weer dichter bij de grond.

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *