In de lokalen waar ik het vak levensbeschouwing geef, hangt ook een afbeelding van hem aan de wand: Nelson Mandela. Tussen alle andere inspirerende figuren. Voor deze man maak ik graag ruimte op mijn prikbord en in mijn lessen. Een man die bitterheid en haat achterliet in de gevangenis en na zijn vrijlating koos voor verzoening. Een man met wie alle ‘groten der aarde’ graag op de foto wilden. Een man die leerlingen vooral kennen van “die film, meneer”. Over die rugbywedstrijd in Zuid-Afrika, gespeeld in 1995 toen zij nog lang niet geboren waren. Een man door Hans Dorrestijn bij Pauw & Witteman ‘een zwarte Christus’ genoemd.
Aan het leven van deze bijzondere persoon is een einde gekomen. Volgens Desmond Tutu, in een artikel in The Washington Post, geen ‘saint’ maar wel “saintly because he inspired others powerfully and revealed in his character, transparently, many of God’s attributes of goodness: compassion, concern for others, desire for peace, forgiveness and reconciliation.”
En ‘saintly’ mensen zijn zeldzaam. Maar de behoefte eraan des te groter. Paul Brill in de speciale Volkskrant-Mandela-bijlage van zaterdag 7 december: “Maar ik denk dat de verering die Mandela nu ten deel valt – in het Westen misschien zelfs wel meer dan elders – ook nog door iets anders wordt gevoed. Namelijk de behoefte aan iconische figuren die duidelijk het goede symboliseren of in elk geval door hun levensgeschiedenis en persoonlijkheid sterk tot de verbeelding spreken. Een behoefte die momenteel op mondiaal niveau slecht wordt bevredigd. (…) Eigenlijk is de nieuwe paus de figuur die op het internationale toneel de meeste geestdrift wekt met zijn onbevangen optreden en gepassioneerde aanklacht tegen armoede en achterstelling. Maar het lijkt me dat velen te ver zijn afgedreven van het geloof om nog de weg terug naar de kerk in te slaan. In dit universum staat de ster van Mandela uitzonderlijk flonkerend aan de hemel. Maar zal die ster over twintig, dertig jaar nog zo fel schijnen? Dat is allerminst zeker, vooral omdat zijn politieke erfenis dan waarschijnlijk zwaarder zal wegen. En die is op zijn best gemengd.”
Mensen als Mandela, en ook paus Franciscus, roepen bij mensen een verlangen naar het goede wakker. Iets dat ingewikkeld is om zelf te belichamen. Vandaar de behoefte aan heiligen. Maar zelfs als hun licht na de dood nog een poos fel blijft schijnen in verhalen en herinneringen, zullen ook deze ‘sterren’ ooit eens doven. Geen reden om te betreuren of cynisch over te doen. Want heiligen zijn er om te verwijzen. Naar die ene ster die nooit dooft.
Mooi en oprecht perspectief schrijf je over Mandela en de behoefte/nood van ons mensen!
Mooie blog Theodoor. Een kleine aanvulling. Ik preekte vanmorgen over VERRLANGEN. Het verlangen naar het goede leven zoals het bedoeld is. Ik denk dat iconen als Mandela en Franciscus dit verlangen niet oproepen, maar wakker roepen of aanraken met hun leven. Zodat de Mandela of Franciscus in ons zelf mee resoneert. Geen onbelangrijke nuance lijkt me. De antenne voor hoe het leven bedoeld is is er nog in heel veel gewone mensen die waarschijnlijk nooit als icoon de geschiedenisboeken in zullen gaan. Dat stemt mij bij de schaarste aan grote iconen hoopvol.