Duiker

Elk jaar is het tijdens Kerst weer zoeken naar voorbeelden en verhalen die de essentie van het bekende christelijke Kerstverhaal dichtbij brengen. Ik kwam tijdens de voorbereiding op Kerst deze vergelijking tegen die mij, als liefhebber van zwemmen en snorkelen, aansprak. Niet alleen als essentie van een eenmalige gebeurtenis waaraan je kunt denken met Kerst, maar ook als patroon dat telkens terugkeert in het christelijke verhaal en in de levens van mensen die door dat verhaal geïnspireerd worden: “In de christelijke voorstelling van zaken daalt God af om weer op te varen. Hij komt naar beneden, afdalend van de hoogten van het absolute zijn tot het niveau van ruimte en tijd, tot menszijn; nog dieper zelfs, als de embryologie het goed ziet, tot het recapituleren van oude, voor-menselijke levensfasen in de baarmoeder; helemaal tot de wortels en de bedding van de door Hem geschapen natuur. Maar Hij gaat onder om weer op te komen en de gehele verwoeste wereld mee naar boven te nemen (…)  zou je kunnen denken aan een duiker, die zich eerst uitkleedt, dan door de lucht flitst en met een plons verdwijnt, naar de diepte schiet door groen, warm water, het zwarte, koude water in, onder steeds grotere druk naar het doodse gebied van slik en zwadder en verrotting; dan weer omhoog, met bijna barstende longen terug naar licht en kleur, tot hij plotseling weer bovenkomt, met druipend in zijn hand het kostbare voorwerp waarvoor hij naar beneden ging. Hij en zijn buit hebben kleur nu zij weer in het daglicht zijn; beneden in de diepte, waar het ding kleurloos in het donker lag, had ook hij zijn kleur verloren.”       (C.S. Lewis, in ‘Miracles’)

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *