Een omgedraaide poster

Het nieuwe schooljaar is weer begonnen. De eerste lessen zijn gegeven. En de eerste observaties zijn al weer gedaan. Ook is er al weer een eerste reactie gegeven op een bijzondere poster. Op het prikbord in mijn lokaal Levensbeschouwing heb ik namelijk verschillende posters opgehangen. Veel posters van personen: Jezus, Gandhi, de Dalai Lama, Mozes, Moeder Teresa, Mandela en Martin Luther King. En al een poosje is daaraan toegevoegd een afbeelding van Paus Franciscus.

Maar inmiddels hangt er al het tweede exemplaar. De afbeelding trof ik vorig schooljaar regelmatig omgedraaid opgeprikt op het prikbord aan. En op een gegeven moment was de afbeelding zelfs helemaal verdwenen. De poster roept meteen iets op. Nee, er worden niet zozeer vragen gesteld over de paus. En ik heb de poster ook niet opgehangen, omdat de school zichzelf ‘open katholiek’ noemt. Er worden vragen gesteld over die of dat wat de paus omhelst: ‘Ieeeuw, meneer, wat is dat?’ ‘Wat heeft die man?’ ‘Wat eng!’ Voor mij de gelegenheid te vertellen dat dat wat ze zien een mens is, zoals zij en ikzelf, met een naam, Vinicio Riva. Een man met een huidaandoening. Een man die verbaasd is over de omhelzing van de paus, omdat hij zo vaak anders gewend is: “He didn’t have any fear of my illness. He embraced me without speaking. I quivered. I felt a great warmth. I felt I was returning home ten years younger, as if a load had been lifted.”

Nee, de nieuwe paus is voor mij geen heilige. Maar wel een afbeelding waard. Om dat wat hij laat zien, allereerst in wat hij doet. Stefan Paas schreef hierover in ‘de Nieuwe Koers’: “Hij houdt van mensen, in het bijzonder van mensen die het slecht getroffen hebben. Franciscus heeft zijn vertrekken zo ingericht dat er altijd mensen over de vloer komen. Zijn voorganger, een van de knapste denkers van Europa, trok zich terug met zijn boeken. Hij wordt alleen door theologen gemist. Bergoglio, zelf hoogopgeleid, laat zien dat het antwoord op de secularisatie niet primair van intellectuelen komt, maar van christenen die zonder vrees dicht bij anderen kunnen zijn.”

Een mooi voorbeeld om komend seizoen na te volgen. Al zal dat zo simpel nog niet zijn. In ieder geval hang ik gerust een volgend exemplaar van de poster op het prikbord, als de vorige is verdwenen. Geen probleem.

Geplaatst in Geen categorie | 1 reactie

Op zoek naar een ster die nooit dooft

In de lokalen waar ik het vak levensbeschouwing geef, hangt ook een afbeelding van hem aan de wand: Nelson Mandela. Tussen alle andere inspirerende figuren. Voor deze man maak ik graag ruimte op mijn prikbord en in mijn lessen. Een man die bitterheid en haat achterliet in de gevangenis en na zijn vrijlating koos voor verzoening. Een man met wie alle ‘groten der aarde’ graag op de foto wilden. Een man die leerlingen vooral kennen van “die film, meneer”. Over die rugbywedstrijd in Zuid-Afrika, gespeeld in 1995 toen zij nog lang niet geboren waren. Een man door Hans Dorrestijn bij Pauw & Witteman ‘een zwarte Christus’ genoemd.

Aan het leven van deze bijzondere persoon is een einde gekomen. Volgens Desmond Tutu, in een artikel in The Washington Post, geen ‘saint’ maar wel “saintly because he inspired others powerfully and revealed in his character, transparently, many of God’s attributes of goodness: compassion, concern for others, desire for peace, forgiveness and reconciliation.”

En ‘saintly’ mensen zijn zeldzaam. Maar de behoefte eraan des te groter. Paul Brill in de speciale Volkskrant-Mandela-bijlage van zaterdag 7 december: “Maar ik denk dat de verering die Mandela nu ten deel valt – in het Westen misschien zelfs wel meer dan elders – ook nog door iets anders wordt gevoed. Namelijk de behoefte aan iconische figuren die duidelijk het goede symboliseren of in elk geval door hun levensgeschiedenis en persoonlijkheid sterk tot de verbeelding spreken. Een behoefte die momenteel op mondiaal niveau slecht wordt bevredigd. (…) Eigenlijk is de nieuwe paus de figuur die op het internationale toneel de meeste geestdrift wekt met zijn onbevangen optreden en gepassioneerde aanklacht tegen armoede en achterstelling. Maar het lijkt me dat velen te ver zijn afgedreven van het geloof om nog de weg terug naar de kerk in te slaan. In dit universum staat de ster van Mandela uitzonderlijk flonkerend aan de hemel. Maar zal die ster over twintig, dertig jaar nog zo fel schijnen? Dat is allerminst zeker, vooral omdat zijn politieke erfenis dan waarschijnlijk zwaarder zal wegen. En die is op zijn best gemengd.”

Mensen als Mandela, en ook paus Franciscus, roepen bij mensen een verlangen naar het goede wakker. Iets dat ingewikkeld is om zelf te belichamen. Vandaar de behoefte aan heiligen. Maar zelfs als hun licht na de dood nog een poos fel blijft schijnen in verhalen en herinneringen, zullen ook deze ‘sterren’ ooit eens doven. Geen reden om te betreuren of cynisch over te doen. Want heiligen zijn er om te verwijzen. Naar die ene ster die nooit dooft.

Geplaatst in Geen categorie | 2 reacties

De Matthäus voor verliezers

In deze Stille week kun je in de media niet om het lijdensverhaal van Jezus heen, hetzij via The Passion, dit keer uitgevoerd in Den Haag, hetzij via Bachs Matthäus, uitgevoerd op talloze plekken in Nederland. En mocht je noch naar het een noch naar het andere kijken en luisteren, dan valt er genoeg over te lezen. Mij viel vandaag een opiniebijdrage op van Mirjam Schöttelndreier in de Volkskrant met als kop Eens per jaar mag het, huilen bij de Matthäus.

Ze schrijft: “Jaren van atheïsme hebben eindelijk de ruimte geschapen om Bachs passie als universeel verhaal van lijden, lafheid en moed, hoop en liefde te zien dat ieder mens diep  kan raken. Dat menig gelovige het areligieuze gedweep met de Matthäus een deftige variant vindt van shoppen op de meubelboulevard op  Tweede Paasdag, begrijp ik. Dat is ook zo. Maar ook de niet-gelovige wil wel eens wat anders dan troostshoppen; en bikram yoga geeft wel zweet, maar geen tranen. Dat mis je als mens, want er valt heus nog wel eens wat te huilen. Dus ben ook ik blij eens per jaar met Bachs religieuze opera te verwijlen in een verloren bestaan, waar God de mens een dak verschaft, een beetje met hem meeleeft en het leed verzacht. Heel kinderachtig, maar daar gaat geloof over, het idee  of de illusie van bescherming en troost. En als alles zinloos lijkt, is er dan toch nog iets: de liefde. Voor wie wil, van God. (…) In Naarden, of waar dan ook, staat een huis met een kruis waar je tussen alle dagelijkse topprestaties door even mag zijn wat ieder mens ook is: een verliezer. (…) ‘Wir setzen uns mit Tränen nieder.’ Eens per jaar mag het.

Twee dingen vallen mij op. Allereerst die behoefte aan mogen huilen en een verliezer mogen zijn: “Bikram yoga geeft wel zweet, maar geen tranen. Dat mis je als mens.” Maar ook die beperking en al die verkleinwoordjes: “Er valt heus nog wel eens wat te huilen, God die een beetje met de mens meeleeft, even mogen zijn wat ieder mens ook is: een verliezer, ‘Wir setzen uns mit  Tränen nieder’, eens per jaar mag het.” Stel je voor dat je verlies en tranen al te serieus neemt.

Grote kans dat wij, inclusief ikzelf, nog teveel hebben om onszelf overeind te houden.  Teveel om te verliezen. Pas als je een echte verliezer bent en niets meer te verliezen hebt, komt er een mogelijkheid dat indrukwekkende verhaal van lijden, lafheid, moed, hoop en liefde werkelijk te begrijpen.

‘Wir setzen uns mit Tränen nieder.’ Eens per jaar mag het. Van mij mag het vaker. Maar daarvoor moeten we waarschijnlijk nog meer crises aan den lijve ervaren, dan die we nu meemaken.

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Vastentijd en borderline-maatschappij

De vastentijd is begonnen. De tijd vanaf Aswoensdag tot aan Pasen. Een christelijke ramadan, maar dan voor velen een lichtere versie, wat een middel kan zijn om te bezinnen en stil te staan bij het leven, je directe omgeving, en mogelijk ook bij God. Met de bedoeling het niet bij bezinning te laten, maar tot actie over te gaan.

Die bezinning start ik graag met input van bestseller-psychiater Dirk de Wachter, zeer bekend bij onze zuiderburen, en inmiddels ook doorgedrongen in ons koude kikkerlandje, die de Wachter typeert als ‘borderline-maatschappij’. In Vrij Nederland (5 februari 2013) wordt hij hierover uitgebreid geïnterviewd:

Hoezo is de wereld vol bekommernis en zijn we niet gelukkig? Zowel Nederland als België staat in de top van de geluksstatistieken. ‘Ik heb daar zo mijn gedachten over. Het blijkt dat in landen met de grootste gelukkigheid ook de graad van depressie, verzuring en malcontentement het hoogst is. Meer en meer is het een broos geluk van een dik ik op een klein eiland. Ik pleit ervoor dat we leren alstublieft een beetje ongelukkig te zijn. Het is op die manier dat we de wereld kunnen verbeteren. Ik ben wel wat ongelukkig over de onrechtvaardigheden in de wereld, over het vergroten van de kloof tussen arm en rijk, over de mensen die ik dagelijks in mijn praktijk zie. Een van de problemen is dat het doel van het bestaan in deze wereld het gelukkig zijn is. Voor mij mag het een bijwerking zijn, maar geen doel op zich. Het doel op zich is een goed leven, en dat betekent de verantwoordelijkheid nemen voor de ander. Hoe kan ik ervoor zorgen dat de ander, die mijn leven betekenis en zin geeft, bij mij binnenkomt? Die ander stoort mij in mijn zelfgenoegzame cocon, hij laat mij een beetje ongelukkig zijn. Maar dat zorgt er wel voor dat de hele samenleving meer verbonden is, dat we het ongeluk niet afstoten als een psychiatrische afwijking en zij die eraan lijden voor pillen naar de dokter sturen. We scoren 7,6 op de schaal van geluk, en we willen nog meer. Hoe kunnen we naar 7,8? Nog meer bubbelbaden tot we vermosselen tot weekdieren.’

(…)

In geen tijd hebben we tweeduizend jaar traditie bij het grofvuil gezet. We hebben daardoor de zingeving en de tijdgevers – de rituelen bij geboorte en huwelijksverbinding en dood – verloren. Nu zitten we met een vacuüm. Het zal opgevuld moeten worden, want we kunnen niet zonder zin.’ Misschien is die zin er niet en is het bestaan absurd?
‘Dat klinkt natuurlijk goed, van deze tijd, dat soort ironische praat. We gaan een weekendje naar de Balearen, drinken een glas wijn en zeggen: het is allemaal niets waard. Maar dan verliezen we ons inkomen, onze geliefde, onze gezondheid of ons kind, en dan is het niet meer om te lachen. Dan zit men op deze stoel te wenen als een kind.’ Vast. Maar dat betekent toch niet dat er een antwoord is op de zinvraag? (…) ‘Als de wereld absurd is, het bestaan geen zin heeft, onze kleine planeet in de kosmos een niets is, wij hier even rondlopen en dan in het niets verdwijnen, wat maakt het dan allemaal uit?’

(…) ‘Mijn antwoord ontleen ik aan de joodse filosoof Levinas. (…) ‘De ethiek gaat aan de existentie vooraf, wat compleet tegen de tijd is. In onze pseudo-darwinistische overleverswereld geldt de ethiek als versiering die erbij komt als er geld genoeg is. Dat is de populistische praat die vandaag verkocht wordt. Levinas draait dat helemaal om. Hij zegt: eerst is er ethiek, de zorg en de verantwoordelijkheid voor de ander. Je identiteit onttrek je uit de blik van de Ander. Die doorbreekt je zelfgenoegzaamheid en geeft zin aan je bestaan.’

Lees het complete artikel hier en als je niet van lezen houdt, kijk dan naar de eerste elf minuten van dit tv-optreden van De Wachter. Ik zou zeggen ‘De Wachter for president of misschien toch for pope.’ Of moesten we dat toch maar niet doen?

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Kerst: de os en de ezel

Zo, hebben de dieren in de stal ook een rolletje in het kerstverhaal…

The Nativity

Among the oxen (like an ox I’m slow)                                                                                                 I see a glory in the stable grow                                                                                                   Which, with the ox’s dullness might at length                                                                                 Give me an ox’s strength.

Among the asses (stubborn I as they)                                                                                                 I see my Saviour where I looked for hay;                                                                                        So may my beastlike folly learn at least                                                                                          The patience of a beast.

Among the sheep (I like a sheep have strayed)                                                                                 I watch the manger where my Lord is laid;                                                                                    Oh that my baa-ing nature would win thence                                                                            Some woolly innocence!

C.S. Lewis

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Ik heb een rotleven – Re: Vind ik leuk

Hoeveel likes zou je krijgen als je op Facebook regelmatig een inkijkje geeft in de rottige kanten van je leven? Zaterdag 27 oktober publiceerde de Volkskrant een zeer interessant interview met de katholieke theoloog Erik Borgman, tijdens de Nacht van de Theologie uitgeroepen tot de spraakmakendste theoloog van Nederland. Een interview naar aanleiding van een te houden eigentijdse Bergrede de dinsdag daarop in de Amersfoortse Bergkerk. Borgman wil zijn gehoor graag een spiegel voorhouden: ‘Ik zet boven mijn verhaal: gelukkig wie met lege handen staat.’ In het spoor van Jezus: ‘Zalig zijn de armen van geest.’

Er is iets raars aan de hand, vindt hij. We maken elkaar gek. We verkopen een prachtige, succesvolle versie van onszelf, terwijl we ons tegelijkertijd geen raad weten met het leven. ‘Ik merk het aan mijn studenten. Ze weten niet wat ze moeten kiezen. Er is veel angst, negativisme, een gevoel van verlorenheid. Tegelijkertijd wordt van ons verwacht dat we super positief zijn. In sollicitatiebrieven die ik krijg, staan allemaal dingen die wij vroeger juist afleerden. Sollicitanten zetten zichzelf enorm op een voetstuk. Maar ze zijn niet dom, ze weten zelf ook dat hun verhaal zo lekgeprikt kan worden. Wat doe je jezelf dan aan?

‘Als je aan mensen vraagt wat voor rapportcijfer ze hun leven geven, zeggen ze nooit: een 3. Dat is taboe. Je hebt een rotleven en je geeft dat ook nog toe. Dan ben je pas echt mislukt. Je mag blijkbaar niet zeggen: ik sta met lege handen. Ik vind het dan goed dat er een traditie is, die zegt: gelukkig als je met lege handen staat.  Geef het toe, probeer jezelf niet krampachtig hoog te houden.’

Nu we niet meer massaal naar de kerk gaan, niet meer biechten of elke zondag horen dat we zondig zijn, lijkt het begrip schuld een anachronisme. Achterhaald, want wij zijn vrij, geen hogere macht die ons aanklaagt. ‘Fout’, zegt Borgman. ‘Mensen blijken zich, als ze een glas te veel op hebben en eerlijk zijn, vaak enorm schuldig te voelen. Ze hebben helemaal niet het idee dat ze het zo goed doen. Want eigenlijk hebben ze het niet hard genoeg geprobeerd. Alles is tegenwoordig onze eigen verantwoordelijkheid en daarmee is ook elk falen onze eigen schuld. Niemand of niets die ons vergeeft.’

(…) er is sprake van een verdampende controle. Niemand die we echt ter verantwoording kunnen roepen. Klimaatcrisis, financiële crisis; niemand is echt in control. We zijn niet de baas over ons leven en hebben het gevoel dat het niemand iets kan schelen wat ons overkomt. (…)

Geef toe dat het leven ‘verdomd ingewikkeld’ is, is de les van Borgmans Bergrede. ‘Pas als je erkent, dat je met lege handen staat, kan er wat veranderen. Dan kun je hopen dat ze weer gevuld worden.’ Hier is duidelijk iemand aan het woord die gelooft en ervan overtuigd is dat je er als mens niet alleen voorstaat: ‘Dat er iets of iemand is die jou draagt. Dat we niet uit Gods hand kunnen vallen. Vertrouwen in de toekomst is het geloof dat jou iets gegeven kan worden. Dat je het niet allemaal zelf hoeft te doen. Genade.’

Een opvallend, oud en tegelijk tegendraads, prikkelend verhaal. Zomaar in de Volkskrant. Daar heb ik op dit moment niet zoveel aan toe te voegen.

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Holman over geloof dat niets kost

De columns van mijn naamgenoot Theodor Holman in het Parool doen mij bij een eerste blik altijd snel besluiten: Wel lezen of overslaan. Soms zijn ze raak. Vaak zit er, zeker als het om religie gaat, een ondertoon van bitterheid in. Met niet fijnzinnig schoppen als gevolg. En hoewel het aan de kaak stellen van hypocrisie, zeker als het gaat om godsdienst, een goede zaak is, vraag ik mij vaak af: Wat zit er achter die boosheid? Is het het terechte verdriet om de dood van Theo van Gogh? Is het ergernis in het algemeen? Of iets anders?

De column van maandag 23 juli 2012 is een uitzondering op de regel. De titel (in de papieren versie) ‘Geloof’ doet het ergste vrezen, maar dit keer krijgt de lezer een andere Holman te zien:

Ongeloof is een luxe-artikel. Ik geloof niet in God, maar ik kan me dat permitteren.

Vorige week was ik in een dorp waar de armoede groot is. Had de bevolking te eten? Ja. Ze aten wat ze verbouwden, en ze slachtten hun vee. Maar toch waren ze ‘Europees’ arm. Ze hadden geen betaald werk en ze zorgden voor elkaar. En ze waren ‘verdomd katholiek’.

Ik moest denken aan Gerard Reve, die mij ooit vroeg: ‘Waarom word je niet katholiek? Weet je wel dat dat niets kost? Nou ja, wat je ervoor overhebt natuurlijk. Liever ietsje meer dan ietsje minder, maar helemaal niets is ook goed.’

Het katholicisme in het dorp was ijzersterk. Dat zag je aan kleine dingen: een leuk hip meisje dat in de kapel een kaars brandde en bijna wanhopig om iets bad, een jonge man die achter in de kerk voortdurend weesgegroetjes prevelde terwijl hij de rozenkrans door zijn vingers liet glijden, een pastoor die, als hij het verveloze restaurant binnenkwam, eerst het hele kroostrijke gezin moest zegenen.

En toen moest ik naar de kerk om een huwelijk bij te wonen.

Zou ik meebidden? En de belangrijkste vraag: zou ik ter communie gaan?

Nee natuurlijk.

Maar toen zat ik in dat koele kerkje, zag ik de bruidegom, die zijn pak had gekocht bij de supermarkt, zag ik de bruid, die trouwde in de jurk die haar moeder had gemaakt en die na deze dag zou worden gebruikt om de wieg te bekleden van het kind dat in aantocht was, en voelde ik alle ogen op mij gericht, want ik was toch maar mooi uit Nederland gekomen om de trouwerij mee te maken.

Een beetje laf keek ik tijdens de plechtigheid naar mijn schoenpunten en hield ik met duim en wijsvinger de wijsvinger van mijn andere hand vast. Dat leek misschien op bidden, maar was het niet.

Toen kwam die heilige communie.

Ik wist niet wat ik moest doen en keek wanhopig naar de priester. Die lachte naar me en schudde toen vriendelijk zijn hoofd, ten teken dat ik niet naar voren hoefde te komen.

Hierbij zweer ik: als ik ooit gelovig word, word ik katholiek!

Tenminste, als het tegen die tijd nog steeds niets kost.

Ja, je kunt ook deze conclusie cynisch interpreteren. Katholicisme als een geloof dat niks voorstelt. Ik ben eerder geneigd te concluderen dat Holman twee spijkers op hun kop slaat. Met zowel zijn openingszin als zijn slotopmerkingen. Ongeloof als luxe-artikel. En geloof dat niets kost. Tenminste, als het gaat om de ontvanger.

Theodor, van mij mag je vaker een huwelijksdienst in het buitenland bijwonen.

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Stille onrust – onrustige stilte – grote stilte – rust

Laatst heb ik de fout gemaakt tijdens een kort verblijf in de Abdij van Egmond werk mee te nemen dat af moest. Dat werkt dus niet. Ja, het werk kwam wel af. En uiterlijk was ik wel stil. Maar innerlijk stil worden en werken aan mijn ziel, dat kwam er niet van. Daarnaast viel mij tijdens mijn verblijf in de Abdij op hoe moeilijk veel aanwezige gasten het vonden de stilte te bewaren en hoe gastvrij en vriendelijk de broeders daarop reageerden. Dit in tegenstelling tot mijn innerlijke ergernis.

Eergisteren, op de late zondagavond, zond de omroep RKK het eerste deel van de BBC-serie The Big Silence uit. Vijf mensen (religieus en niet-religieus) die o.a. onder begeleiding van de abt Christopher Jamison de confrontatie met de stilte aangaan. Stilte die (in eerste instantie) niet prettig is, omdat je geconfronteerd wordt met je onrustige zelf, je onrustige ziel. De reden dat echte stilte zo weinig aanwezig is in het leven van de meeste westerse mensen. Maar, en dat is het spannende waarmee de serie inzet, stilte is niet alleen de weg naar de onrustige ziel, maar kan ook de weg worden naar God.

Ik zeg: Kijken! En daarna alle geluids- en informatiebronnen uit. Nog meer aanmoediging nodig? Check Trouw of de mooie bijdrage van Anton de Wit.

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Spring is in the air

Op deze heldere en tegelijk koude eerste Paasdag, Pasen door de ogen van C.S. Lewis. Even tot de verbeelding sprekend als altijd. Hier in zijn essay ‘The Grand Miracle’:    “Christ has risen, and so we shall rise. St Peter for a few seconds walked on the water (Matthew 14:29); and the day will come when there will be a re-made universe, infinitely obedient to the will of glorified and obedient men, when we can do all things, when we shall be those gods that we are described as being in Scripture. To be sure, it feels wintry enough still: but often in the very early spring it feels like that.  Two thousand years are only a day or two by this scale. A man really ought to say, ‘The Resurrection happened two thousand years ago’ in the same spirit in which he says, ‘I saw a crocus yesterday.’ Because we know what is coming behind the crocus. The spring comes slowly down this way; but the great thing is that the corner has been turned. There is, of course, this difference, that in the natural spring the crocus cannot choose whether it will respond or not. We can. We have the power either of withstanding the spring, and sinking back into the cosmic winter, or of going on into those ‘high mid-summer pomps’ in which our Leader, the Son of Man, already dwells, and to which He is calling us. It remains with us to follow or not, to die in this winter,  or to go on into that spring and that summer.”

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Niet te geloven: The world will know peace

De afgelopen (vasten)tijd heb ik mij persoonlijk maar ook op school bezig gehouden met Kony 2012. Een project dat aandacht vraagt voor de nog steeds niet opgepakte Oegandese rebellenleider Joseph Kony – met zijn verzetsleger van de Heer – en op die manier voor de talloze ex-kindsoldaten in Oeganda. Een project dat inmiddels zeer diverse reacties heeft losgemaakt. Van instemming tot afkeuring. Van idealisme tot cynisme. Over de wereld. Over ontwikkelingshulp. Over rijk en arm. Over godsdienst en het misbruik daarvan.

Mij trof de ondertitel op één van de campagneposters: When the power of love overcomes the love of power, the world will know peace. Op deze Goede Vrijdag 2012 zet het mij op het spoor van de man die uit liefde zijn macht vrijwillig inleverde. Met grote gevolgen. Voor mensen. Voor deze wereld. The world will know peace. Bijna niet te geloven. Zoals het verhaal van Goede Vrijdag zelf bijna niet te geloven is.

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen